Asfaltgranulaten zijn afkomstig van de opbraak of het frezen van asfaltverhardingen [1].
Al naar gelang de zuiverheid en technische kwaliteit van het asfaltgranulaat onderscheidt men twee categorieën: asfaltgranulaat voor nieuw asfalt en asfaltgranulaat voor toepassingen in de onderbouw van de weg.
Asfaltgranulaten kunnen aangewend worden voor nieuwe asfalttoepassingen, op voorwaarde dat ze niet-teerhoudend en voldoende zuiver zijn [2]. Als het asfaltgranulaat opnieuw aangewend wordt in dezelfde toepassing, namelijk de productie van nieuw asfalt, wordt dit materiaal niet beschouwd als een afvalstof, maar blijft het een grondstof.
Voor de toepassing in de onderbouw van de weg gelden minder strenge technische eisen wat betreft de kwaliteit van het oude bindmiddel. Bovendien is voor deze toepassingen het onderscheid tussen teerhoudend en niet-teerhoudend asfaltgranulaat iets minder bepalend voor de toepassingsmogelijkheden.
Teerhoudende asfaltgranulaten mogen niet toegepast worden in nieuwe asfalttoepassingen omdat er bij de verhitting teveel PAK’s als schadelijke dampen kunnen vrijkomen. Ze kunnen tot 30 april 2019 wel toegepast worden als granulaat voor (onder)funderingen van wegen en worden gecategoriseerd onder de gerecycleerde granulaten uit bouw- en sloopafval.


Productie

In 2016 werd 940 kton asfaltgranulaat gecertificeerd voor gebruik in nieuw asfalt [3], in 2012 was dat 830 kton [4]. Deze cijfers zijn geldig voor heel België en ten opzichte van 2010 is dit een toename van 40%. Deze toename is deels toe te schrijven aan de gestegen productie van asfaltmengels, en deels aan de hogere recyclagepercentages van asfaltgranulaat in nieuwe asfaltmengsels.
Het Vlaamse aandeel in de productie van gecertificeerde asfaltgranulaten voor gebruik in nieuw asfalt is gestegen van 667 kton (in 2011) [5] naar 800 kton in 2016. Van de 940 kton gecertificeerd asfaltgranulaat voor in bitumineuze mengsels werd 881 kton effectief verwerkt (gerecycleerd) in nieuw asfalt (de rest werd op stock geplaatst).
Volgens het COPRO-jaarverslag 2016 [3] was er in 2016 ongeveer 790 kton gecertificeerd asfaltgranulaat voor in funderingen, waarvan 123 kton teerhoudend asfaltgranulaat. In het jaar 2011 werd 534 kton asfaltgranulaat (teerhoudend en niet-teerhoudend) ingezet als granulaatvervanger voor de onderbouw van wegen; circa 70 kton hiervan was teerhoudend.

Milieuhygiënische aspecten

Omdat asfaltgranulaat dat aangewend wordt voor de productie van nieuw asfalt niet als afvalstof wordt beschouwd, is het niet onderworpen aan de VLAREMA regelgeving of het eenheidsreglement (voor gerecycleerde granulaten). Bij toepassing van asfaltgranulaat in nieuw asfalt is het milieuhygiënisch risico dan ook zeer beperkt.

Gerecycleerde asfaltgranulaten voor gebruik in de wegopbouw (koud hergebruik) zijn onderworpen aan de regelgeving van het VLAREMA (Artikel 2.3.2.1, Artikel 2.3.2.2 en onderafdeling 5.3.3) en het eenheidsreglement.
Asfaltgranulaten onderscheiden zich van andere gerecycleerde granulaten wat betreft het risico voor de uitloging naar het milieu toe. Er zit immers zelden of nooit asbest of fysische verontreiniging in. Uit een studie uit 2013 blijkt dat er sporadisch een contaminatie met benzo(a)pyreen optreedt.
Asfaltgranulaat dat als teerhoudend wordt beschouwd (het teerhoudend bindmiddel van het oude asfalt geeft een duidelijke reactie in een teerdetectietest zoals de PAK-spraytest) is niet toegelaten voor recycling in nieuw asfalt (de opwarming van het asfaltgranulaat zou dan immers teerdampen kunnen vrijzetten).

Meer info: https://bouw.grondstoffencatalogus.be/faq/#collapse-1-368

Bouwtechnische Aspecten

Asfaltgranulaat wordt gebruikt voor de productie van nieuw asfalt indien het voldoende zuiver is.
De bouwtechnische kwaliteit van asfaltgranulaten is belangrijk bij de aanwending van dit granulaat voor de productie van nieuw asfalt. De technische eisen die daarbij aan het granulaat worden opgelegd worden besproken in de toepassing asfalt.
Het verkrijgen van zuiver asfaltpuin is het meest heikel punt voor de productie van nieuw asfalt op basis van asfaltgranulaten. De eisen van de Vlaamse Overheid (Standaardbestek 250, Agentschap Wegen & Verkeer [6]) bepalen dat een maximale korrelmaat van 40 mm dient te worden gerespecteerd, waardoor het asfaltgranulaat altijd wordt gebroken en gezeefd, wat de verontreiniging in het asfaltgranulaat reduceert [4]. Verder wordt op basis van de technische kwaliteit van het oude bindmiddel een onderscheid gemaakt tussen enerzijds (zeer) homogeen asfaltgranulaat en anderzijds heterogeen asfaltgranulaat; dit laatste type heeft geen mogelijkheden voor recycling in nieuw asfalt.
Het Standaardbestek 250 voor wegenbouw in het Vlaamse gewest laat het gebruik van asfaltgranulaat in de productie van nieuw asfalt enkel toe voor asfaltmengsels voor onderlagen, niet voor toplagen.
Via certificatie-instellingen is het bovendien mogelijk asfaltgranulaten voor hergebruik in bitumineuze mengsels te certificeren (bijvoorbeeld via het toepassingsreglement TRA 13) [7]. Deze certificatie is vrijwillig en houdt een technische beoordeling in.

Asfaltgranulaten voor koud hergebruik kunnen voorzien worden van een technisch keurmerk door de certificatie-instellingen COPRO en Certipro (bijvoorbeeld TRA 10, TRA 11 en CRT-LB001). Ze kunnen eveneens bouwtechnisch gecertificeerd worden aan de hand van de PTV406, volgens dit voorschrift dient asfaltgranulaat voor meer dan 70% uit asfalt te bestaan.

Meer info: https://bouw.grondstoffencatalogus.be/faq/#collapse-1-366

Toepassing als bouwstof

De kwaliteit van asfaltgranulaten kan sterk verschillen, wat ze al dan niet geschikt maakt voor hergebruik in nieuw asfalt. Bij hergebruik van asfaltgranulaten met polymeerbitumen (PMB) als oud bindmiddel kunnen er problemen ontstaan in het productieproces van nieuw asfalt: als asfaltgranulaat met PMB opgewarmd wordt, gaat het kleven en kan de paralleltrommel blokkeren, waardoor de asfaltproductie stilvalt. Ook zetten de dampen uit de paralleltrommel zich dan af op de schoepen van de afzuigventilator, waardoor deze na verloop van tijd zijn functie niet meer kan vervullen. Deze problemen kunnen echter (deels) vermeden worden door asfaltgranulaten met PMB voor te mengen met asfaltgranulaten zonder PMB, door de paralleltrommel anders uit te rusten of door het asfaltgranulaat koud in de menger toe te voegen [2].

Teervrije asfaltgranulaten worden vaak toegepast als granulaat in (onder)funderingen voor wegen en verhardingen, aanvullingen en ophogingen, schraalbeton voor funderingen en schraalasfalt voor funderingen (koud hergebruik).

Het VLAREMA beperkt het toepassingsgebied van teerhoudende granulaten. Overeenkomstig art. 5.3.3.4. van het VLAREMA, mag teerhoudend asfaltgranulaat enkel op koude wijze gebruikt worden in een specifieke toepassing: in geïnventariseerde werken van minstens 1500 m³ in een (weg)fundering die bestaat uit asfaltgranulaatcement.

De bouwtechnische eisen voor deze toepassing zijn beschreven in het Standaardbestek 250, hoofdstuk V, paragraaf 4.5. : fundering in teerhoudend asfaltgranulaatcement.

Deze vorm van recycling houdt wel in dat bij het einde van de 2e levenscyclus weer een volume aan teerhoudend (en dus gevaarlijk) asfaltgranulaat ontstaat. De ambitie van OVAM is dan ook teer volledig uit de materiaalketen te elimineren tegen 2050 en niet meer via gerecycleerde granulaten in de materialenkringloop te brengen tegen 2020. In het VLAREMA werd de datum van 1 mei 2019 vermeld als einddatum waarna deze specifieke toepassing voor teerhoudend asfaltgranulaat niet meer zou zijn toegelaten.

Toepassingen

Referenties

[1] Vlaamse Regering, Besluit van de Vlaamse Regering tot vastelling van het Vlaams Reglement betreffend het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, 2012.
[2] OCW, Handleiding voor de bereiding van bitumineuze mengsels, A 72/02, Brussel: Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw (OCW-CRR), 2001. Online consulteerbaar via www.brrc.be/nl/system/files/article/2012/12_06/BRRC-PUB-A72_02.pdf
[3] Copro, „Jaarverslag 2016,” COPRO vzw, Zellik, 2017.
[4] COPRO, Activiteitenverslag 2012.
[5] LNE, OVAM, VITO, „Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid, Jaarverslag 2011, Resulstaten van 2010,” 2011.
[6] AWV, „Standaardbestek 250 voor wegenwerken (versie 3.1a),” Vlaamse overheid, Afdeling Wegen en Verkeer, Brussel, 2017.
[7] COPRO, „TRA 13: Toepassingsreglement voor gebruik en controle van asfaltgranulaten voor gebruik in bitumineuze mengsels,” COPRO vzw, Zellik, 2013.
[8] LNE, OVAM, VITO, „Monitoringsysteem Duurzaam oppervlaktedelfstoffenbeleid, Inzet primaire delfstoffen en alternatieve grondstoffen in Vlaanderen in 2011,” Vlaamse overheid, Brussel, 2013.

Extra informatie

Versie: 15/03/2018

Opmerkingen of aanvullingen, gebruik het contactformulier.