Bij de verbranding van afvalstoffen in afvalverbrandingsinstallaties (AVI) ontstaan assen. De grove fractie die daarbij onderaan in de oven blijft liggen, wordt AVI-bodemas genoemd. De term AVI-bodemas omvat zowel de bodemassen afkomstig van huisvuilverbrandingsinstallaties (HVI) als de bodemassen afkomstig van biomassa, hout– en papierverbranding. HVI-bodemassen zijn echter zonder bewerking niet geschikt als alternatieve grondstof, vandaar dat hier naast assen afkomstig van biomassa, hout– en papierverbranding enkel verwerkte HVI–bodemassen worden beschouwd, afkomstig van behandelingsinstallaties. In deze behandelingsinstallaties wordt typisch een ferro (magneet) en non-ferro (eddy-current) scheiding uitgevoerd [1].


Productie

In Vlaanderen werd in 2015, 239 kton AVI-bodemas behandeld, waarvan 110 kton afkomstig is van Vlaamse bodemassen en 129 kton van Waalse bodemassen [2]. De twee belangrijkste Vlaamse behandelingsinstallaties voor AVI-bodemassen zijn Indaver en Valomac. Zij werken ongeschikte bodemassen afkomstig van binnen en buiten Vlaanderen (o.a. Wallonië) op tot secundaire grondstoffen.
Jaarlijks wordt er in Vlaanderen 125 kton bodemas aangewend als bouwstof [2]. Toch worden, omwille van milieuhygiënische redenen, ook behoorlijke hoeveelheden AVI-bodemas gestort.

Milieuhygiënische aspecten

AVI-bodemassen vertonen traditioneel problemen met de uitloging van zware metalen, waarbij dan voornamelijk naar de uitloging van koper en zink gekeken moet worden. De fractie van AVI-bodemassen die met deze problematiek te maken heeft, is de fijnere (zand)fractie, waarvan jaarlijks ongeveer 110 kton vrijkomt. Deze zandfractie (< 6 mm) wordt dan ook gebruikt als tussenafdek bij stortplaatsen, waarbij de gestorte AVI-bodemas wel nog steeds beschouwd wordt als afvalstof.
Een grondstofverklaring is verplicht bij gebruik van AVI-bodemassen in bouwtechnische toepassingen. Om de milieuhygiënische kwaliteit van de behandelde bodemassen die niet aan de VLAREMA normen voldoen te verhogen is een verdere behandeling van de AVI-bodemas vereist. De meest gebruikte behandelingsmethode daarvoor is de natuurlijke veroudering waarin een complexe reeks van gerelateerde processen (zoals carbonatatie, hydratatie, e.d.) optreedt. Deze natuurlijke veroudering zorgt er echter niet steeds voor dat aan de VLAREMA normen wordt voldaan.
AVI-bodemas wordt omwille van de uitloging van zware metalen veelal gebruikt in gebonden toepassingen (vormgegeven bouwstof of in niet-vormgegeven bouwstof) en meestal niet als niet-vormgegeven bouwstof. In de grondstofverklaring wordt bijkomend nagegaan of het materiaal waarin AVI-bodemassen worden gebruikt, voldoet aan de uitloogcriteria.

Meer info: https://bouw.grondstoffencatalogus.be/faq/#collapse-1-368

Bouwtechnische Aspecten

Op civieltechnisch vlak voldoet AVI-bodemas doorgaans aan de gestelde eisen, al kan de aanwezigheid van aluminium in de AVI-bodemas aanleiding geven tot zwellingen die vanuit bouwtechnisch standpunt ongewenst zijn. Door de AVI-bodemas te behandelen wordt dit probleem geminimaliseerd. Afhankelijk van de toepassing kunnen er verdere specifieke eisen gesteld worden afhankelijk van de geldende normen en voorschriften.

 

Meer info: https://bouw.grondstoffencatalogus.be/faq/#collapse-1-366

Toepassing als bouwstof

Het merendeel van de behandelde bodemassen worden aangewend bij de inrichting en eindafwerking van stortplaatsen.

Andere toepassingen zijn de productie van straalmiddelen en funderingen en onderfunderingen. AVI-bodemas komt in principe ook in aanmerking voor gebruik in:

Toepassingen

Referenties

[1] P. Nielsen, C. Kenis, K. Vrancken en S. Vanassche, Best beschikbare technieken voor behandeling van bodemas van huisvuilverbranding, 2007.
[2] LNE, OVAM, VITO, „Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid, Jaarverslag 2015” 2017.

Extra informatie

Versie: 14/03/2018

Opmerkingen of feedback, gebruik het contactformulier.